Beginnen met macrofotografie
Macro fotografie is één van de makkelijkste manieren om aan je onderwerp te komen, maar één van de moeilijkst uit te voeren vormen van fotografie. Je hebt er geen superdure lenzen voor nodig (kan natuurlijk wel, hoe dichter je bij je onderwerp kunt scherpstellen des te duurder de lens wordt). Je kunt het doen in je eigen tuin als je daar een interessant onderwerp hebt en het kan hele verrassende resultaten opleveren.
Inhoud
Scherpstelafstand
Macro fotografie komt neer op het nemen van close-ups van alledaagse voorwerpen. De meeste camera’s hebben standaard een macro stand, vaak aangeduid met een tulp als icoon. Voor macro fotografie zijn twee waarden van belang. De eerste is de scherpstelafstand van de lens, hoe dichter je met de lens op je onderwerp nog scherp kunt stellen des te beter. Voor spiegelreflex camera’s zijn speciale macro lenzen met vast brandpunt en tussenringen te koop, maar vaak staat op een telezoom (tot ongeveer 150mm) of een 50mm lens ook al een tulp icoon. Dit geeft aan dat de scherpstel afstand van de lens dichtbij genoeg is om kleine voorwerpen groot in beeld te krijgen.
Goedkope oplossingen
De goedkoopste manier om macro foto’s te maken (als je geen lenzen hebt die geschikt zijn voor het scherp stellen op korte afstand) is met een compactcamera. Voor de prijs van een goede macro lens heb je camera’s die makkelijk in je zak passen en prima geschikt zijn om dichtbij scherp te stellen. Voor spiegelreflex camera’s kan het de moeite waard zijn eerst naar een close-up lens te kijken. Een close-up lens is eigenlijk een filter (zoals een polarisatiefilter) die je aan de voorkant van je lens schroeft en die het mogelijk maakt om dichterbij scherp te stellen.
Een andere goedkope oplossing is het gebruiken van een tussenring/extender. Hiermee vergroot je de afstand tussen de lens en je sensor, waardoor je dichterbij kunt scherpstellen.
Lenzen speciaal voor macrofotografie
De beste oplossing is natuurlijk een lens gebruiken die geschikt is voor macrofotografie. Zo'n lens kenmerkt zich door het gebrek aan vervorming in de hoeken en minimaal een 1:1 vergroting. Dat houdt in dat op een sensor van 36 x 24 mm, een onderwerp van dezelfde grote beeldvullend op de foto kunt krijgen. Sommige lenzen hebben een vergrotingsfactor van wel 5:1.
Het brandpunt op je macrolens hangt volledig af van de onderwerpen die u wilt fotograferen. Fotografeer je stillevens of bloemen en kun je dichtbij komen, dan volstaat een 50mm of 60mm. Maar bij dieren en insecten moet je vaak meer afstand houden om het onderwerp niet af te schrikken. Dan kun je beter kijken naar een lens met een grotere brandpuntsafstand, zoals een 100mm of zelfs 180mm lens. Natuurlijk kunnen macrolenzen ook voor andere doeleinden worden ingezet, zoals het fotograferen van eten, producten en portretten. De geavanceerde technologie die vaak in een macrolens zit zorgt voor haarscherpe en heldere platen.
Bekijk hier ons huidige aanbod van macro producten
Tips voor macrofotografie
Tip #1: Gebruik een statief
We gaan kijken naar het daadwerkelijk maken van de foto. Wat macrofotografie nu zo moeilijk maakt is dat doordat je zo dicht op je onderwerp zit en dat je diafragma ver open is, je slechts enkele millimeters hebt om scherp te stellen (met waardes als F1.8 of F2.8 op die afstanden wordt de achtergrond al heel snel onscherp). De kleinste beweging (van de fotograaf of van het onderwerp) verlegt de scherpte weer naar een punt waar je dit liever niet hebt. Je kunt dan een kleiner diafragma kiezen, waardoor je het scherpstelgebied vergroot, maar vaak moet je diafragma wijd open, omdat je anders te weinig licht hebt.
Beide problemen los je op met een statief. Hiermee kun je heel precies bepalen waar de scherpte komt te liggen en sluit je uit dat de camera beweegt tijdens het afdrukken. Doordat je met een statief werkt kun je ook een langere sluitertijd hebben en kun je dus een kleiner diafragma kiezen om meer scherpte in de foto te brengen.
Tip #2: Oefen veel!
Ja, die tip gaat op voor alle soorten fotografie. Maar met macrofotografie worden oninteressante onderwerpen opeens interessant. Denk aan structuren die met een macrolens opeens een abstract kunstwerk kunnen vormen. Of hoe verschillende soorten licht al op kleine schaal voor dramatische belichting kunnen zorgen. Door veel aan de slag te gaan met macrofotografie en álles als een potentieel onderwerp te zien, zul je zeker tot verrassende en creatieve resultaten komen.
Tip #3: Maak gebruik van een kleine scherptediepte
Macrofotografie wordt geschoten met een wijd diafragma. (laag f-nummer) Dat betekent óók dat je automatisch een mooi scherptediepte contrast hebt. Maak hier gebruik van door te zorgen dat er voldoende lege ruimte achter je onderwerp is, zodat je een prachtige vervaagde achtergrond krijgt en je onderwerp er nog meer uit springt. Hier zit natuurlijk ook balans in: zeker buiten op een zonnige dat kan de hoeveelheid licht die de lens binnenkomt, zorgen dat niet je hele onderwerp scherp is. Zorg daarom dat je de instellingen van je camera goed leert kennen en krijg de belichtingsdriehoek onder de knie. Om een groter scherpstelgebied te krijgen zonder lichtverlies, kun je natuurlijk ook een flitser gebruiken.
Tip #4: Gebruik manuele focus
Met macrofotografie heeft een camera meer dan eens moeite met focussen op precies hét punt dat jij wilt. Zorg daarom dat je het heft zelf in handen neemt en kies zelf je scherpstelpunt. Een camera met touchscreen maakt dit extra makkelijk, maar zeker wanneer je uit de hand schiet is het beter de scherpstelring op je camera te gebruiken voor extra stabiliteit.