Menu
0
20Dec2024
Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde: hoe zit dat precies?

Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde: hoe zit dat precies?

Door: CameraOccasionReacties: 0

Als je normaalgesproken fotografeert op de automatische stand van je camera, kan het best intimiderend zijn om over te stappen op handmatige instellingen. Maar: het is het waard. Door de volgende drie instellingen onder de knie te krijgen, kan je de foto's precies maken zoals je in je hoofd hebt. Weten hoe?  Lees gauw verder.

Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde: wat doen ze eigenlijk?

Diafragma

Bij diafragmavoorkeuze stelt de fotograaf de lensopening (het diafragma) in van het objectief en bepaalt daarmee de hoeveelheid licht die op de film of beeldsensor valt. De camera regelt dan automatisch de bijbehorende sluitertijd. Het diafragma bepaalt ook de scherptediepte van het beeld: hoe kleiner de diafragmaopening, des te groter is de scherptediepte. Wanneer de fotograaf zijn onderwerp tegen een onscherpe achtergrond wil, dan kiest hij voor een zo groot mogelijke lensopening (bijvoorbeeld f1.8). Is daarentegen een foto gewenst waarop zowel de voor- als de achtergrond scherp staan afgebeeld, dan dient er voor een zo klein mogelijke diafragmaopening te worden gekozen (bijvoorbeeld f16). Enigszins verwarrend hierbij is dat een kleine diafragmaopening een groot diafragmagetal hoort en andersom.

Sluitertijd

Bij een snel bewegend onderwerp zijn korte sluitertijden (bijvoorbeeld 1/1000 seconde) nodig om bewegingsonscherpte te vermijden. Met sluitertijdvoorkeuze kan de fotograaf hier meer controle op uitoefenen. Als de belichtingstijd is ingesteld, past de camera de belichting automatisch aan door het diafragma te vergroten of te verkleinen, zodat de juiste hoeveelheid licht de sensor of film bereikt.

ISO-waarde

Bij beide belichtingsmodi moet ook de ISO-waarde van de film of de beeldsensor worden ingesteld. Bij een hogere ISO-waarde is minder licht nodig, waardoor het aantal mogelijke combinaties van diafragma/sluitersnelheid groter wordt. Zo wordt het mogelijk om een kleinere lensopening te kiezen bij gelijkblijvende sluitertijd, of juist andersom: een kortere sluitertijd bij gelijkblijvend diafragma. Een nadeel, bij digitale camera's, van een hoge ISO-waarde is het toenemen van de ruis.

 
Keuzewieltje met belichtingsmogelijkheden:
P = Program, diafragma en sluiter worden beide ingesteld
A = Aperture, diafragmavoorkeuze
S = Shutter, sluitervoorkeuze
M = Manual, volledig handmatig

Diafragmavoorkeuze en sluitertijdvoorkeuze zijn halfautomatische modi van belichting op een analoge of digitale camera.

De belichtingsdriehoek

Diafragma, sluitertijd en iso waarden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Bij gelijkblijvende belichting betekent de wijziging van het één de ene kant op, een correctie van het ander de andere kant op. Dit opent de mogelijkheid om verschillende creatieve keuzes te maken.

De uiteindelijke belichting op de foto van een scène, hoe donker of licht, wordt bepaald door een samenspel van het diafragma, de sluitertijd en de ISO lichtgevoeligheid. Denk aan een driehoek waarbij elk element een hoek inneemt en een gelijk effect heeft op de uiteindelijke belichting.

Het diafragma bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt. Hoe groter het getal achter f/, hoe kleiner de diafragma opening en hoe minder licht de sensor kan bereiken. De sluitertijd bepaalt hoe lang het licht op de sensor valt. Hoe langer de sluitertijd, hoe groter de kans op bewegingsonscherpte door trillingen in camera en lens. De laatste component, de ISO lichtgevoeligheid, bepaalt hoeveel invloed het licht dat op de sensor valt heeft voor de uiteindelijke belichting. Hoe groter de ISO waarde, hoe groter de kans op nadelige ruis in de foto.

Een wijziging van één van de instellingen heeft direct gevolgen voor de weergave van de scène op de sensor. Elke wijziging betekent minder belichting, een halvering van de hoeveelheid licht die op de sensor valt, of meer belichting, een verdubbeling van de hoeveelheid licht dat op de sensor valt. Het verschil in de hoeveelheid licht die op de sensor valt naar aanleiding van een wijziging in deze instelling wordt uitgedrukt in ‘stops‘ of ‘exposure value (EV)’.

Het duidelijkst is dit te zien als je kijkt naar de lichtmeter op de camera, weergegeven als een balk met vijf streepjes. Bij de streepjes staan de waarden -2, -1, 0, +1 en +2. Elke stap naar links of naar rechts op deze balk wordt een ‘stop’ genoemd.

We hebben net gezien dat elke stop een verdubbeling of halvering van het licht dat op de sensor valt tot gevolg heeft. Dus van 0 naar -1 geeft een halvering van het licht dat op de sensor valt en omgekeerd van -1 naar 0 geeft een verdubbeling van het licht op de sensor. Van +2 naar +1 geeft weer een halvering van het licht op de sensor, van 0 naar +1 is weer een verdubbeling van het licht dat op de sensor valt.

Dit geldt voor de afzonderlijke wijzigingen in het diafragma (van f/4 naar f/2.8 is één stop meer licht, van f/4 naar f/5.6 is één stop minder licht), maar ook voor sluitertijd (van 1/125s naar 1/250s is één stop minder licht, van 1/250s naar 1/125s is één stop meer licht) en ISO (van ISO 100 naar ISO 200 is één stop meer licht, van ISO 800 naar 400 één stop minder licht).

De uiteindelijke belichting van de sensor wordt dus bepaald door de combinatie van het gekozen diafragma, de sluitertijd en de ISO waarde: de hoeveelheid licht, de duur van de belichting en de gevoeligheid voor het licht. Dit principe betekent dat bij een wijziging van één van deze drie instellingen, bij een gelijkblijvende belichting, één van de twee andere instellingen ook moeten worden gewijzigd om de belichting gelijk te houden.

Belichting van je camera compenseren

Al deze voorbeelden zijn er op gebaseerd dat je de lichtmeter van de camera je laat voorschrijven wat de ideale belichting is in de gekozen scène, maar zoals gezegd staan er op de lichtmeter waarden als -2, -1, +1 en +2. Dit betekent dat je ook kunt afwijken van wat de camera voorstelt, je kunt spelen met de belichting en dit compenseren.

Aan de hand van de belichtingsdriehoek kun je bij een gekozen diafragma of sluitertijd berekenen wat je moet aanpassen om het gewenste effect te bereiken. Waarbij je moet bedenken dat ISO aanpassingen vaak als laatste worden gedaan omdat die, zeker op de minder professionele camera’s, sneller een nadelig effect op de foto hebben.

Elke verandering van één van de elementen moet een gevolg hebben voor één van de andere elementen, bij een gelijkblijvende belichting. Als je bewust op zoek bent naar een bepaald effect, dan kun je dit principe los laten en compenseren.

 

 

Zelf aan de slag met fotografie? Bekijk snel ons assortiment.

Tweedehands en nieuwe camera's

 

 

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres zal niet worden gepubliceerd
Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Is dat akkoord? JaNeeMeer over cookies »

Abonneer u op onze nieuwsbrief

Account aanmaken

Door een account aan te maken in deze winkel kunt u het betalingsproces sneller doorlopen, meerdere adressen opslaan, bestellingen bekijken en volgen en meer.

Registreren

Recent toegevoegd

U heeft geen artikelen in uw winkelwagen

Totaal incl. btw:€0,00
Bestel nog voor €100,00 en verzending binnen Nederland is gratis

Verzendkosten berekenen

Geen verzendmethoden gevonden voor dit land.